Schoolkinderen

Het Kind Centraal biedt buitenschoolse opvang voor kleuters van 4 tot 6 jaar en schoolkinderen in de leeftijd van 6 tot 12 jaar. Er zijn natuurlijk grote verschillen tussen kinderen van zes jaar en twaalf jaar.

Tot ongeveer tien jaar verloopt de ontwikkeling van jongens en meisjes bijna gelijk. Schoolkinderen worden gedurende deze periode leniger, behendiger en sterker. Ze groeien flink in de lengte, willen nog steeds veel bewegen en oefenen. Daarna gaat de ontwikkeling van de meisjes opeens veel sneller. Meisjes in groep 8 van de basisschool zijn groter en rijper dan de jongens.

De fijne motoriek wordt steeds preciezer, het schrijven wordt beter en mooier. Schoolkinderen leren steeds beter lezen en schrijven. De taalontwikkeling gaat verder en kinderen kunnen zich beter uiten. Een schoolkind kan een paar stappen vooruit of achteruit denken. Optellen, aftrekken en vermenigvuldigen worden daardoor mogelijk. Kinderen in de leeftijd van zes tot twaalf jaar leren veel door herhaling. Dat doen ze thuis, op school en natuurlijk bij de gastouder.

Op emotioneel gebied wordt het kind steeds zelfstandiger. Op jonge leeftijd zijn kinderen erg gevoelig voor iets moeten doen wat ze niet willen, en voor het uit de toon vallen. Samen spelen is belangrijk. In deze fase ontwikkelt een kind zelfvertrouwen en vertrouwen in anderen. Een schoolkind heeft rond de leeftijd van acht jaar een zelfstandig geweten. Het weet wat mag en wat niet mag en wat kan en wat niet kan.

Facebook